Het bestaat al tijden, maar toch heeft de 3D-printer nog een lange weg te gaan. Is een 3D-printer iets voor jouw? We zetten de mogelijkheden op een rij.
Laten printen
De meest voordelige optie is langs gaan bij een makerlab bij jou in de buurt of je bestand uploaden naar een online service zoals 3D Hubs. Je betaalt dan alleen voor het printen, maar een groot apparaat aanschaffen is niet nodig. Handig als je eenmalig iets wilt printen, bijvoorbeeld een bestand wat je hebt gedownload. Deze optie is minder handig als je nog moet experimenteren, wat vaak het geval is als je een eigen 3D-model hebt gemaakt.
Zelf bouwen
Het zelf bouwen van een 3D-printer is prima te doen als je een kit gebruikt. In een tijd waarin werkelijk alles een Chinese kloon heeft kan je voor weinig geld en wat handigheid een exemplaar via AliExpress bestellen en bouwen. Ok, het ziet er allemaal niet heel gelikt uit en op diverse onderdelen wordt bezuinigd, maar het werkt wel.
Goede 3D-printer
Wil je serieus aan de gang, dan kom je niet onder een serieuze printer uit. 3D printen is wat dat betreft goed te vergelijken met normaal printen. Een leuke alles-in-een kan prima op je kantoor thuis, maar wil je een goede printer dan moet je wat dieper in de buidel tasten. Met 3D-printers is dat niet anders.
Een leuke 3D-printer begint tegenwoordig bij zo’n € 300. Voor dat geld kan je thuis aan de slag met een apparaat van consumenten-kwaliteit. Met andere woorden: het werkt prima, maar heel veel detail kan je niet verwachten. Ideaal voor de hobbyist.
Wil je een perfect resultaat snel geprint hebben? Dan zijn er bijvoorbeeld de professionele 3D-printers van Ultimaker. Hiermee print je vliegensvlug met een uitstekende kwaliteit. In vergelijking met de eerder genoemde alternatieven kunnen deze printers zeer fijn printen, wat je tijd bespaart tijdens het nabewerken.